Waarom een bijenhotel in de grote wadi Molensingel/Wieken in Malden?
De werkgroep Levendig Groen Malden Noordoost plaatst een eerste bijenhotel in de ‘grote wadi’ bij de Molensingel/Wieken 20-30. Maar het zal niet iedereen meteen helder zijn waar een bijenhotel nu eigenlijk goed voor is.
Een fleurige wijk is goed voor je gezondheid, stimuleert samenhang en een gezellige wijk

Voordelen van groen in de wijk
Een groene wijk heeft ten eerste voordelen voor ons als bewoners (niet alleen voor de vogels en vlinders zelf). Wijken met groen kennen minder agressie en werken ontspannend: groen gaat ziekte en stress tegen. Daarnaast wordt de luchtkwaliteit beter: want planten vangen fijnstof af en produceren natuurlijk zuurstof. De parkjes en wadi’s zijn daarnaast ook plekken waar mensen elkaar ontmoeten: of het nu spelende kinderen zijn, mensen die de hond uitlaten of wandelen of tijdens een buurtfeest.
De meer ‘harde’ voordelen zijn dat groen onze wijk koeler houdt in de hete zomer en dat bij stortbuien water beter weg kan zakken (de voornaamste reden dat gemeenten wadi’s aanleggen). En laten we ook niet vergeten dat huizen in een groene gezellige buurt meer geld waard zijn.
Malden Noordoost fleuriger groen: kleine natuurgebiedjes beschermen soorten terwijl de wijk ook fleuriger wordt
De werkgroep Levendig Groen stimuleert in Malden Noordoost graag fleurig en dus gezond groen, met veel planten en diersoorten in een gezond ecosysteem. Dat willen we ook omdat in Nederland, maar ook wereldwijd, wilde planten en dieren onder druk staan: er zijn steeds minder soorten door allerlei redenen (grootschalige landbouw, klimaatverandering). Maar tegelijkertijd is het bekend dat juist in steden en dorpen goede kansen zijn om veel soorten een veilige have te bieden. Omdat in tuinen en gemeentelijk groen veel verschillende planten staan die bloeien en ook weinig gif hoeft te worden gebruikt is er kans ‘natuur te ontwikkelen’. Natuur ontwikkelen betekent dat je stukjes land zo inricht dat er natuur kan ontstaan. Dat hoeft geen hele wilde natuur te zijn, maar gewoon een soort tuin die je voor een stuk zijn eigen gang laat gaan. Als je een beetje slim planten kiest en plant en niet teveel maait kun je veel bereiken. Hieronder zie je hoe we het ecosysteem in een wijk veel rijker maken door een mix van inheemse bomen in de wijk te planten (of rond en in een wadi).
Door de juiste planten- en bomensoorten toe te voegen kan dus ook onze wijk fleuriger en natuurlijker worden: in plaats van overal gras en stenen juist veel bloemen en bloemetjes, struiken en bomen voor de koelte in de zomer, zwaluwen en andere vogels in de lucht en egeltjes, vlinders en hommels die rondscharrelen, fladderen en zoemen. Hoewel we als mensen niet altijd dol zijn op allerlei kriebelbeestjes zijn ze wel het voedsel van vogels, en vlinders en bijen bestuiven planten en ook onze fruitbomen en bessenstruikjes in de wijk (als je die in je tuin zet tenminste). Door soorten te beschermen krijgen we ten tweede een meer fleurige wijk: meer vlinders, meer bloemen en meer vogels: leuker om te wonen en te genieten van het buiten dus.
Hoe past een bijenhotel in dat plaatje?
Een fleurige wijk bestaat uit een aantal puzzelstukjes. Ten eerste vormen de kleine natuurgebiedjes zoals de wadi’s en ook andere fleurige bloemenstroken en plantvakken het voedsel voor allerlei bestuivers zoals dus vlinders, bijen en hommels. Maar als we die vlinders en bijen en hommels een handje helpen kunnen ze gemakkelijker in aantallen toenemen en door hun bestuiving zullen planten het dan ook weer beter gaan doen (zich vermeerderen door zaden bijvoorbeeld).
Dus een tweede puzzelstukje is zorgen dat bestuivers ‘ergens kunnen wonen’. Een bijenhotel is gemaakt om bestuivers in te laten wonen: solitaire bijen maken er hun nestjes in kleine gangetjes in rietstengels en ander materiaal. Vlinders kunnen er de winter in doorbrengen en lieveheersbeestjes kruipen er samen in tijdens de koude maanden. In het voorjaar verspreiden de beestjes zich weer door de wijk en zorgen ervoor dat bijvoorbeeld onze appelboompjes weer appels krijgen, dat bloemen zich kunnen uitzaaien enzovoorts.
Naast ‘bestuivers’, dus de vlinders en hommels en bijen, zorgen de natuurgebiedjes er ook voor dat er nog meer beestjes zijn die door vogels en zoogdieren (egels en vleermuizen) in de wijk worden gegeten. Wij merken daar verder weinig van maar kunnen wel zien dat er meer vogels vliegen en kwetteren, dat er meer vlinders zijn in de zomer en dat we kunnen genieten van de bloeiende bloemen en bloemetjes.
In de wadi waar het bijenhotel komt zijn er speciaal voor de bijen plantensoorten neergezet die juist in de vroege lente bloeien: met name daarom staan er een paar wilgenstruikjes, sleedoornstruiken en meidoorn (ook in de heg). Deze drie soorten bloeien heel vroeg in de lente. Ook paardenbloemen zijn om die reden heel welkom. Juist omdat hommels en vlinders het hele jaar door iets moeten eten, staan er in de omgeving ook lang doorbloeiende soorten zoals sporkehout struikjes. Ook de klaver die her en der in de wijk veel is ingezaaid in ‘grasveldjes’ kan in principe lang doorbloeien. Met name na augustus is er nog wel eens een tekort aan voedsel voor vlinders. De bloemen in de wadi zelf bloeien vanaf de late lente (begin mei) tot in de zomer (augustus), hoewel het nog afwachten is wat daar precies gaat bloeien.